Faunaschade
FaunaschadeIn de huidige situatie is vanaf medio 2013 de grondgebruiker primair verantwoordelijk voor het melden van faunaschade en de eventuele aanvraag voor een vergoeding. Sinds 1 juli 2013 kan faunaschade niet meer op papier gemeld worden. Er kunnen alleen nog maar meldingen digitaal ingegeven worden via de site www.faunafondsschade.nl. Hier kan de grondgebruiker schade veroorzaakt door beschermde inheemse diersoorten aan bedrijfsmatig geteelde landbouwgewassen of gehouden landbouwhuisdieren indienen. Alleen (agrarische) gebruikers die zich hebben laten registreren met een BedrijfsRelatieNummer hebben toegang tot dit systeem.
Melden van faunaschade
Vanzelfsprekend k hebben jagers de plicht om schade die zij herkennen in het veld direct te melden aan de grondgebruiker. Als zij beschikken over de verklaring voor schadebestrijding en beheer van de grondgebruiker (de zogenaamde grondgebruikersverkaring), kunnen zij meteen daar, waar een ontheffing of vergunning van toepassing is, de schade bestrijden. Dit betekent wel, dat zij de melding van de schade en alle uitgevoerde (preventieve)acties vast moeten leggen in het FaunaRegistratieSysteem.
Jagers hebben bij het voorkómen en bestrijden van faunaschade, voor zover wet- en regelgeving die toestaat, een ondersteunende functie voor de grondgebruiker.
Lakse grondgebruikers?
Feit is echter, dat boeren al jarenlang geld laten liggen, deels uit onwetendheid maar vaak uit gemakzucht of zelfs koppigheid. In het hele land hebben duizenden boeren te maken met vormen van faunaschade. De schade die het gevolg is van in het wild levende dieren die te gast zijn bij de landbouwer bedraagt op jaarbasis landelijk zo’n 100 miljoen euro. Van de totale productiewaarde is dat 1 à 2 procent. Van de totale kosten als gevolg van faunaschade wordt maar ongeveer een kwart vergoed, hetzij vanuit het Faunafonds, hetzij door de Dienst Regelingen. De rest komt voor rekening van de grondgebruiker. Van alle faunaschade wordt voor zo’n 35 miljoen euro schade aangericht door dieren die zogenaamd ‘vrijgesteld’ zijn. Soorten die landelijk beheerd mogen worden en waarvoor de overheid ook geen schadevergoeding hoeft uit te keren. De meest bekende soorten waar het om gaat zijn de zwarte kraai, kauw en houtduif. Voor schadepreventie en verjaging keert het faunafonds geen vergoeding uit. Dit moet volgens de overheid (en politiek) gezien worden als een bedrijfsrisico ongeacht de omvang van de kosten. Het Centrum voor Landbouw en Milieu heeft deze kosten beraamd op zo’n 17 miljoen euro per jaar.
Vrijstelling, ontheffing en aanwijzing
De Flora en faunawet kent ingewikkelde juridische termen voor de beschermstatus van dieren. Eén van deze termen is ‘vrijgesteld’. Voor iedereen die met deze wet temaken heeft, ook de landbouwer, vergt het enige inspanning om zich hierin te verdiepen. Nagenoeg alle inheemse dieren zijn beschermd volgens deze wet. Slechts de ratten en de huismus zijn hiervan uitgezonderd. Niet inheemse soorten, zogenaamde exoten ,als de nijlgans en verwilderde dieren als de ‘soepgans’ zijn niet beschermd. De wet kent ook ‘schadesoorten’. Diersoorten die wel schade veroorzaken, wel beschermd zijn maar niet bedreigd zijn. Sommige daarvan, bijvoorbeeld zwarte kraaien en houtduiven, mogen in het hele land bestreden worden door een ‘landelijke vrijstelling’. De provincie kan toestemming geven om ook andere soorten te bestrijden., dit kan per provincie en per soort verschillen. Voor deze soorten geeft het Faunafonds geen vergoeding
Om het nog ingewikkelder te maken bestaan er ook provinciale ‘ontheffingen’ en ‘aanwijzingen’. Soorten, per provincie verschillend, die hierop staan, mogen bestreden worden. Vaak vallen de meeste ganzensoorten in deze categorie. Daarnaast bestaat er een ‘wildlijst’, soorten die in een deel van het jaar bejaagd mogen worden.
Schadebestrijding is verplicht
De jager of boer moet in de praktijk vaak aan de provincie vragen om een beschermde diersoort te mogen verjagen of beheren. Meestal zijn er binnen een faunabeheereenheid (een samenwerkingsverband bestaande uit vertegenwoordigers van agrariërs, jagers en terreinbeherende organisaties) hierover al afspraken gemaakt. Om vergoeding uit het Faunafonds te krijgen is schadebestrijding niet vrijblijvend. Het aanvragen van een ontheffing en na het verlenen het blijven gebruiken van deze ontheffing is een verplichting. Op papier betekent schadebestrijding ‘mogen’, maar feitelijk is het een ‘moeten’.Vaak worden verzoeken om uitbetaling door het Faunafonds afgewezen omdat de verplichting tot bestrijding niet of onvoldoende werd nagekomen door de jager. Door het Faunafonds wordt jaarlijks zo’n 11 miljoen euro uitgekeerd. Van de circa 6100 jaarlijkse verzoekschriften tot betaling worden er zo’n 5300 gehonoreerd. Veel afwijzingen zijn te wijten aan het niet (voldoende) voldoen aan de voorwaarden.
Dat veel meer schade niet gemeld wordt ( zeker 13 miljoen euro per jaar!) is verbazingwekkend. Wij nemen aan, dat het gaat om de onbekendheid met de procedure en regelgeving of gewoon laksheid van de betrokken grondgebruikers. De ‘schadedrempel’ om in aanmerking te komen voor een vergoeding uit het Faunafonds bedraagt 250 euro per jaar per perceel. Een tegemoetkoming van minder dan 50 euro wordt niet uitgekeerd.
Digitale schademelding
Vanaf 1 juli 2013 kan er dus alleen nog maar digitaal via www.faunafondsschade.nl een verzoekschrift tot betaling van een vergoeding voor faunaschade gedaan worden. Een digitale aanvraag neemt circa 1 uur in beslag. Voordeel is, dat een aanvraag niet verloren kan gaan of te laat aan komt, dit in tegenstelling tot gewone postbezorging. Schade moet binnen 7 kalenderdagen gemeld worden, via de digitale snelweg kan dit dus niet meer mis gaan. Belangrijk is, dat bij een (dreigende) schade tijdig een ontheffing wordt aangevraagd en dat daarvan ook gebruik gemaakt wordt, minimaal 2 keer per week. Hierdoor ligt de verantwoordelijkheid dus voor zowel de aanvraag voor een ontheffing als voor een vergoeding volledig bij de grondgebruiker, niet bij de jager. De grondgebruiker zal normaliter aan een jager een grondgebruikersverklaring voor schadebestrijding en beheer gegeven hebben, waardoor deze op kan treden tegen de schadeveroorzakende soort,mits zijn of haar veld aan de wettelijke eisen voldoet.
Ondanks dat de grondgebruiker zelf verantwoordelijk is voor de aanvraag van de ontheffing en de schadevergoedingsaanvraag, is de samenwerking tussen boer en jager onontbeerlijk.
Recentelijk werd het Faunafonds benaderd door WBE’s elders in het land met de praktische vraag of het mogelijk is een koppeling tussen de schaderegistratie en het FaunaRegistratieSysteem, waarin jagers hun activiteiten moeten vastleggen, te realiseren. Voorlopig blijft de grondgebruiker echter nog verantwoordelijk voor de voorkoming, bestrijding en melding van schade.
Wildbeheereenheid "West-Twente”
E. Dijk - wildschadecoördinator
dieki@wxs.nl 06-20952646
De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.